Met geld kun je geld maken. Dit is een uitdrukking die met name over sparen en beleggen gaat. Met de huidige financiële situatie is er steeds meer aandacht voor beleggen. Je kunt op steeds meer manieren je geld investeren. Beleggen in vastgoed wordt al eeuwenlang gedaan. Maar het wordt minder aantrekkelijk. Wat is beleggen eigenlijk en waarom is het nu opeens minder aantrekkelijk?
Beleggen in het algemeen
Wanneer je over een bepaald vermogen beschikt, kun je hiermee beleggen. Het uitgangspunt is dat je investeert in iets wat jouw op termijn winst oplevert. Je geeft dus een deel van je vermogen tijdelijk op om te zorgen dat je op een later tijdstip winst maakt. Je kunt bijvoorbeeld geld investeren in een onderneming van iemand in je netwerk. Als die onderneming een paar jaar later jouw een winstuitkering schuldig is, heb je dus geld met jouw geld gemaakt. Dit gebeurd op grote schaal met beursgenoteerde bedrijven. Alleen is het dan meestal geen bedrijf van een bekende. Samen met een groep (vrijwel altijd) onbekenden, investeer je in één of meerdere aandelen van een groot bedrijf. Als het goed gaat ontvang je dividend naar verhouding van de hoeveelheid aandelen.
Beleggingsvormen
De handel in aandelen is een beleggingsvorm, maar zijn veel meer vormen van beleggen. De bekendste vormen van beleggen zijn:
- Zoals genoemd, de handel in aandelen;
- Beleggingsfondsen;
- Beleggen in obligaties;
- Beleggen in vastgoed.
Uiteraard zijn er meer beleggingsvormen zoals beleggen in kunst en alternatieve energiebronnen.Hoewel je het risico loopt om je inzet kwijt te raken, is beleggen inmiddels meer rendabel dan sparen. Het is wel verstandig om een ervaren adviseur in de arm te nemen om je beleggingen te beheren.
Beleggen versus sparen
Als je gaat beleggen neem je het risico, dat je je inzet verliest, voor lief. Als je gaat sparen, loop je vrijwel geen risico om je geld te verliezen.. Je zet je geld op een rekening en je ontvangt daar rente over. Als je je geld verliest dan kan dat eigenlijk alleen maar als de bank zelf failliet gaat. Verdienen aan spaargeld is tegenwoordig echter lastig. De rente op spaargeld is vrijwel nihil. En omdat je vermogensbelasting betaalt over een dikke spaarrekening is er eerder sprake van verlies dan winst. Daarom is beleggen populairder dan ooit. Afhankelijk van het type belegging kun je redelijke winsten boeken. Door het spreiden van je risico kun je met je geld dus meer geld maken. De opkomst van de economie helpt daar ook aan mee. Er is behoefte aan geldschieters want iedereen groeit en ontwikkelt verder.
Beleggen in vastgoed
Beleggen in vastgoed is al eeuwenlang een veelgebruikte beleggingsvorm. Het begon in feite met kasteelheren die hun landgoederen steeds verder uitbreidden. Vervolgens werd de grond verpacht om daarmee meer geld te verdienen. In de afgelopen eeuwen zijn er vastgoedmagnaten ontstaan die grote hoeveelheden vastgoed hebben aangekocht. Hele straten en wijken zijn voor een groot deel eigendom van een vastgoedbeheerder. Deze verhuren in de meeste gevallen de woningen weer. Hierdoor worden er maandelijks aan de huur verdient. Maar ook het vastgoed zelf zorgt voor een lucratieve handel. Omdat de waarde van vastgoed weer volop stijgt, neemt het kapitaal van de investeerder behoorlijk toe. Beleggingsfondsen zoals pensioenbeheerders investeren al jaren in vastgoed. Zeker met de stijgende huizenprijzen en vraag naar nieuwe woningen, is dit lucratief.
Nieuwe wetgeving
Er is echter een wetswijziging op komst. Het nieuwe kabinet is van voornemens om beleggingen in vastgoed te verbieden voor beleggingsinstellingen. Dit heeft te maken met het afschaffen van de dividendbelasting. De overheid wil hiermee een gunstiger belastingklimaat voor bedrijven creëren. Maar het verlies van de inkomsten uit deze belasting moet ergens anders worden terugverdient. Wil je als instelling blijven beleggen in vastgoed, dan zul je een bedrijf moeten worden. Vervolgens ga je 21% vennootschapsbelasting afdragen. De overheid strijkt hierdoor dus meer inkomsten op. De beleggingsfondsen zijn hier dus het slachtoffer van. Terwijl juist deze fondsen de drijvende kracht achter de nieuwbouw van woningen zijn. Met name pensioenuitvoerders investeren vooral in woningbouw. Bijna 20% van de woningproductie wordt bekostigd uit beleggingsfondsen. De kans dat fondsen zich terugtrekken is groot. Dit draagt niet bij aan broodnodige woningbouw.
Door deze maatregel wil het kabinet meer geld genereren door het heffen van vennootschapsbelasting. Het afschaffen van de dividendbelasting moet tenslotte worden gecompenseerd. Maar voor beleggers in vastgoed is het veel minder aantrekkelijk geworden om te blijven investeren in vastgoed.
